Botanische of wetenschappelijke benaming:
Kleur: oranje , Rood
Geslachtsnaam Nederlands: (Schaamrood)Geslachtsnaam Duits: Schamblume / GoldrebeGeslachtsnaam Engels: Basket plant / BlushwortVerzorgingstips Plant: De Aeschynanthus is een plant die niet echt massaal gekweekt wordt, maar toch is het een plant die regelmatig in ons gamma verschijnt. Als we de Aeschynanthus uit het Grieks vertalen krijgen we volgende benaming: “schamende bloem”. We vermoeden dat deze benaming op de kleur van de bloem slaat, namelijk de diep rode kleur. Deze wordt door de vorm van de bloem en het altijd groene blad nog eens sterk geacentueerd. De Aeschynanthus wordt vooral gekweekt om de fraai gevormde, rode bloemen. Deze staan in groepjes aan het eind van de stengel of in de bladoksels. De meest voorkomende soort is wel de de bloemrijke Aeschynanthus lobbianus (ook wel Aeschynanthus radicans of Aeschynanthus pulcher). De scharlakenrode kleur van de behaarde, buisvormige bloemkelken tekent zich duidelijk af tegen de bruinzwarte koker waaruit de bloemen ontspringen. De Aeschynanthus lobbianus (Aeschynanthus radicans) is duidelijk het sterke broertje in de familie en daarom bijzonder geliefd. De populariteit schuilt in de dikke succulentachtige (succulent = vetplant) bladeren. Die verdampen nauwelijks water. Hierdoor kan de plant gemakkelijk een lage luchtvochtigheid (= droge lucht die we vooral tijdens de wintermaanden creëren door onze verwarmingstoestellen) trotseren. Dit in tegenstelling tot wat voor deze familie gebruikelijk is. Maar ook Aeschynanthus hildebrandii, die aan de basis ligt van vele hybriden, is nog goed houdbaar in de verwarmde kamer. In tegenstelling tot de meeste andere courante Aeschynanthus-soorten kent de Aeschynanthus hildebrandii een opgaande groeiwijze.(en is dus een uitzondering op alle Aeschynanthus-soorten die hangplanten zijn) De Aeschynanthus is geen snelle groeier en de fijn behaarde blaadjes blijven kort. Omdat bij de meeste Aeschynanthus-soorten de blaadjes allure missen moeten ze het vooral hebben van de weelderige, oranjerode bloei. Toch zijn er enkele soorten, zoals de Aeschynanthus marmoratus, waar de aandacht vooral naar het blad gaat. De bladweelde is nauwelijks te overzien, want de plant produceert meterslange stengels die in slierten naar beneden hangen. De donkere, gemarmerde tekening van de lancetvormige bladeren contrasteert met het lichtgroene bladgroen en camoufleert de donkerrode onderzijde van het blad. De hangplant baadt eveneens in bloemen maar die zijn aanzienlijk kleiner en daardoor minder opvallend. Knopval kan je voorkomen door er op te letten dat de bloemen bij aankoop nog niet te ver gevorderd zijn. Tevens moet je tijdens de verdere bloei er op letten dat de plant altijd voldoende vocht toegediend krijgt. Het uitdrogen van de potkluit kan immers ook bloeistoornissen veroorzaken en tot bloemenverlies leiden. In zijn natuurlijke omgeving is de Aeschynanthus een epifyt. Dit wil zeggen dat de plant op bomen leeft zonder daarop te parasiteren. Hij zorgt dus zelf voor zijn eigen voedselvoorraad en maakt geen gebruik van de voedseltoevoer van de planten waarop hij voorkomt. Hoewel de Aeschynanthus om een degelijke verzorging vraagt, mag haar vraag om aandacht u niet afschrikken. Indien u iets minder oplettend bent dan kiest u best voor één van de courante soorten. Slaat u dan eens een verzorgingsbeurt over, dan zal de plant het u niet al te kwalijk nemen en u verder verzekeren van een langdurige bloei. Alle Aeschynanthus-soorten vragen een vochtige omgeving en nog meer een regelmatige watergift. Zeker gedurende de warme zomermaanden is voldoende water belangrijk voor deze plant. Zowel ’s zomers als ’s winters mag rijkelijk worden gesproeid met lauw en onthard water. Kalk en stikstof gaan ten koste van de bloei en moeten in drank en voedsel vermeden worden. Geef de plant een zure en goed gedraineerde (= waterdoorlatende) grond of gebruik kant en klare Bromelia-aarde. De Bromeliagrond is in al onze winkels verkrijgbaar, al dan niet op bestelling. De wortels van de Aeschynanthus zijn gevoelig voor zouten die in de potaarde achterblijven en zich na enige tijd door verdamping in de bovenste laag ophopen.(de witte schijn die we vaak bij oudere potgrond zien bovenaan de grond) Omdat de wortels oppervlakkig liggen, kunnen ze bij een hoge zoutconcentratie verbranden. Dat merk je meteen wanneer de plant verslapt en de bladeren afvallen. Het kwaad is dan al geschiedt. Toch hoeft U als echte plantenliefhebber niet onmiddelijk een nieuwe plant aan te schaffen. U kan dan alsnog snel enkele topscheuten uitzoeken om te stekken. Zover hoeft het natuurlijk nooit te komen. Door de plant jaarlijks te verpotten of de kluit net voor het ingaan van de rustperiode een halfuurtje in een bad met lauw water onder te dompelen kan men de zoutconcentratie verminderen, en kan U van Uw oorspronkelijke plant blijven genieten. Gedurende dezelfde korte rustperiode bevordert een wat lagere temperatuur van ongeveer 12 tot 15°C, in combinatie met een verminderde watertoediening, de knopvorming. Let wel, ook dan mag de potkluit niet uitdrogen. kortom: Water: Houdt de potkluit steeds matig vochtig door regelmatig te gieten met lauw en kalkarm water. Enkel gedurende de rustperiode (= twee maanden in de winterperiode) iets minder gieten, maar zeker nooit laten uitdrogen! Luchtvochtigheid: Een hoge luchtvochtigheid (>60%) is belangrijk. Regelmatig broezen met lauw en kalkvrij water wordt aanbevolen. Temperatuur: Een temperaturen tussen 20 en 25°C is een aanrader voor de plant. Enkel in de winter(tijdens de rustperiode) mag de temperatuur iets naar omlaag, ongeveer 12 tot 15°C volstaat dan zodat de knopvorming gestimuleerd wordt. Licht: Liefst staat de Aeschynanthus op een warme en lichte plek, maar wel uit de zon. Een ideale plaats kan een raam niet aan de zuidkant zijn, een veranda die in de zomer wordt afgeschermt,....... . Bodem: Een zure en luchtige, goed gedraineerde maar tegelijk vochthoudend grond. Een mengsel van gelijke delen bladaarde, turfmolm en naaldbosgrond, waaraan eventueel wat veenmos, leem en/of scherp zand wordt toegevoegd wordt geaprecieerd door de plant. Eenvoudiger is de Bromeliagrond uit onze winkels te gebruiken. Tijdens de bloei om de één tot twee weken een kalk- en stikstofarme mest via het gietwater toedienen is een aanrader. Bij voorkeur jaarlijks verpotten om het zoutgehalte in de potgrond op peil te houden. Vermeerderen: Door beworteling van kopstekken met één bladpaar in vochtige turfmolm. Bij voorkeur een bodemtemperatuur van 25 tot 30°C aanhouden. Omschrijving Plant: Deze hangplant heeft paarse stengels die wit behaard zijn. De bladeren zijn tegenoverstaand en vrij dik. Ze zijn langwerpig eivormig en kort gesteeld. Ze zijn ongeveer 4,5 cm lang en ongeveer 1.5 cm breed. De bovenzijde is kaal, groen of onder invloed van veel licht donkerviolet van kleur en de rand is bewimperd. De onderzijde is lichtgroen soms met, of soms zonder violetzweem. De bloemen staan geklusterd aan de takuiteinden en zijn gesteeld. De kelk is buisvormig en ongeveer 2,5 cm lang. Van kleur is de bloem glanzend donker bruinpaars. Ze is bezet met witte haren. Op de zoom zien we 5 zeer korte, brede lobben. De Bloemkroon is buisvormig ongeveer 6 tot 7 cm lang, gebogenen een zoom met 4 lobben. De buitenzijde is roodbruin tot donkerrood, dicht wit behaard, terwijl de binnenzijde iets lichter is. In de keelvan de bloem merken we een fletsgele kleur. De stijl steekt iets uit de kroon en is grotendeels bruin maar aan het uiteinde fletsgroen. De stempel is eerst wit, later fletsroze en uiteindelijk grijzig met een roodzweem. De meeldraden zijn iets langer dan kroon. De filamenten zijn fletsgeel, antheren aan de rugzijde paars en de rest is grijs van kleur. De algemene kleurindruk van de bloem is rood tot donkerrood. De bloem is niet geurend. plant groeitype: rozetvormend hangend bladsteel: kort bladgrootte: 16 tot 20 cm bladvorm: ovaal langwerpig bloeiwijze: eenbloemig armbloemig vruchtsoort: doos Plant structuur: houtig Bladsoort: loofblad Bladsamenstelling: Enkelvoudig Bladtop: Spits Bladrand: Gaaf Bloemkleurverdeling: Tweekleurig
Beschikbaarheid:
Tijdens de eerste en de laatste maand van beschikbaarheid kunnen de bloemen bepaalde weken wel of bepaalde weken niet beschikbaar zijn, afhankelijk van de weersomstandigheden.